Moeder natuur spreekt altijd tot ons. Ze spreekt in een taal die wordt begrepen door de vredige geest van een oprechte observeerder. Panters, cobra’s, apen, rivieren en bomen — ze dienden allemaal als mijn leraren toen ik rondzwierf in de uitlopers van het Himalayagebergte.

Eén bijzonder verlichtende les uit het bos komt van het Himalayamuskushert. Het muskushert wordt veelvuldig beschreven in Sanskriet poëzie en filosofie omdat het een bijzondere eigenschap heeft. Muskus wordt in de parfumindustrie alom geprezen vanwege haar uitzonderlijke geur en is een van de duurste natuurlijke producten ter wereld, dat qua gewicht nog meer waard is dan goud. Muskus ruikt zo aantrekkelijk, dat als het muskushert deze geur opvangt met zijn gevoelige neus, hij dag en nacht door het bos dwaalt op zoek naar de bron ervan. Hij put zichzelf uit in een vergeefse zoektocht en heeft de bittere ironie niet door: de heerlijke geur die hij achterna jaagt bevindt zich in hemzelf. Muskus wordt namelijk door een klier in zijn eigen navel geproduceerd: hij zoekt uitwendig naar iets wat zich altijd in hem heeft bevonden.

Deze neiging van het muskushert leek volgens de oude Indiase wijzen ook op de neiging van de mens. We zijn allemaal genotszoekende wezens die door een spreekwoordelijk bos dwalen, vol met evenveel genot als gevaar. Bovendien lijden we aan dezelfde waanzin als het hert: we zoeken ons geluk buiten onszelf. We begrijpen niet wat onze ware behoeften zijn en stellen onze vervulling en eigenwaarde ten onrechte gelijk aan bezittingen, aanzien en mentale of zintuiglijke prikkels. We voelen ons vaak aangetrokken tot oppervlakkige relaties die ons aanvankelijk blijvende bevrediging voorhouden, maar waar we uiteindelijk een leeg gevoel aan overhouden.

De ware schat ligt in ons. Dat is het onderliggende thema van de liedjes die we zingen, de shows die we kijken en de boeken die we lezen. Het is verweven in de Psalmen van de Bijbel, de liedjes van de Beatles en bijna elke Bollywoodfilm die ooit is gemaakt. Wat is die schat? Liefde. Liefde is de natuur van het Goddelijke. Het ligt verborgen onder het vals ego. Het doel van het menselijke leven is om die goddelijke liefde te onthullen. En de vervulling waar we allemaal naar op zoek zijn, ligt in het delen van deze liefde.

De kracht van liefde gaat heel diep. Het heeft verschillende niveaus. In de ruwste zin van het woord, verwijst ‘liefde’ naar alle uitingen van fysieke intimiteit, en die invloed op de maatschappij is overduidelijk. Maar op een dieper, meer emotioneel niveau – niet dat van het lichaam maar van het hart – is er geen krachtiger iets dan liefde. Iemand is voor geld of macht best bereid om lange uren te werken, zelfs in het weekend of tijdens vakanties. Maar de liefde van een moeder daarentegen, is onzelfzuchtig en onvoorwaardelijk. Ze heeft alles over voor het welzijn van haar kind en vraagt er niets voor terug.

Wanneer liefde zuiver is, heeft het de macht om te overwinnen. Zowel de beminnaar als de beminde veroveren elkaar door elkaars genegenheid. De bron, de essentie, de volledigste manifestatie van de veroverende kracht van liefde is de liefde van de ziel voor de allerhoogste ziel, of God. Volgens de wijzen die de oude Indiase teksten schreven, is het meest verbazingwekkende wonder van God juist Zijn bereidheid en verlangen om niet alleen door onze liefde geraakt te worden, maar er ook door veroverd te worden. Het cultiveren van die sluimerende liefde wordt het pad van bhakti, of devotie, genoemd. Die liefde is in ons allemaal aanwezig. Die liefde is zo bijzonder en krachtig omdat het de kracht is die ons realisatie van de hoogste waarheden kan geven en de macht is die de diepste innerlijke vervulling in onze levens kan onthullen. Met deze liefde kunnen we jaloezie, trots, lust, woede en hebzucht overwinnen. Het is de ultieme manier om deze ziekten in ons te overwinnen.

Iemand die van God houdt, ziet hoe alles met God is verbonden. Daarom bloeit zijn liefde spontaan op voor iedereen, altijd en overal. Zelfs voor degenen die hem kwaad wensen. Wie van God houdt, haat niks of niemand meer. Liefde die tegen haat stuit, sterft niet, maar manifesteert zich juist als mededogen. Dat is universele liefde. Het niet zomaar een gevoel. Het kan niet afgedwongen worden door een mentaal besluit. Het kan alleen voortkomen uit innerlijke reiniging, een innerlijke ontwaking. Dan wordt die liefde de werkelijkheid van het leven zelf.

Deze innerlijke reiniging is het doel van alle spirituele beoefeningen. Elk gebed dat wordt gereciteerd, elke mantra die wordt gechant of elk ritueel dat wordt uitgevoerd moet als doel hebben de zuiverheden te verwijderen die de volledige bloei van onvoorwaardelijke liefde en mededogen verhinderen. Dat is de enige weg naar vrede, zowel individueel als collectief. Wanneer onze intrinsieke liefde ontwaakt en onze goddelijke kwaliteiten stralen, zullen we niet alleen het genot vinden waar we naar op zoek zijn, maar ook krachtige instrumenten van verandering in de wereld worden.

We zijn allemaal zoekende en zwerven door het bos net als het muskushert, op zoek naar het genot buiten ons. Maar wanneer we beseffen waar we eigenlijk naar op zoek zijn en naar die verloren liefde in ons beginnen te zoeken, dán begint de ware reis van het menselijke leven pas echt.

Write A Comment