Hoofdpersoon Arjuna wordt verscheurd door twijfel omdat hij midden in een oorlog zit. Zijn plicht dwingt hem om tegen zijn eigen familie en vrienden te vechten, maar hij zou nog liever zelfmoord plegen. Ten einde raad zoekt Arjuna steun bij Krishna, zijn wagenmenner. De adviezen die Krishna aan Arjuna geeft, zijn nu nog net zo van toepassing als 5000 jaar geleden, om ons door onze eigen slag van Kurukshetra, onze donkere nacht van de ziel te halen.
Hoofdstuk 6 vers 19: Een stille geest
“Net zoals de vlam van een lamp niet flikkert in een windloze ruimte, zo blijft de geest van iemand die in het Zelf verzonken is onwrikbaar.”
Door mindfulness en meditatie te beoefenen, komt de geest eindelijk tot rust en laat zich niet meer meevoeren door de windvlagen van vreugde en verdriet, verwachtingen en teleurstellingen.
Hoofdstuk 6 vers 6: De geest als beste vriend
“Voor wie zijn geest heeft overwonnen, is de geest zijn beste vriend; maar voor wie daar niet in slaagt, blijft de geest zijn grootste vijand.”
De ongetrainde geest maalt constant over de pijn en teleurstellingen van het verleden of is angstig voor wat er in de toekomst kan gebeuren. Maar door met meditatie en mindfulness je geest tot rust te laten komen, komt er meer ruimte vrij om gewoon te zijn en de positieve creativiteit van de geest tot uiting te laten komen.
Hoofstuk 5 vers 18: Alle zielen zijn gelijk
“Een verlicht persoon ziet iedereen als gelijke, of dat nu een geleerde, een verschoppeling, een koe, een olifant of een hond is.”
In de filosofie van de Bhagavad Gita hebben niet alleen mensen een ziel, maar ook dieren. In dit leven ben je misschien een mens, maar in een volgend leven kun je, afhankelijk van je daden, ook weer het lichaam van een dier aannemen. Daarom beperkt het begrip ahimsa of geweldloosheid zich niet alleen tot mensen en zijn veel volgelingen van de Bhagavad Gita vegetariër. Het lichaam is slechts een omhulsel – op zielsniveau zijn we allemaal gelijk.
Hoofdstuk 2 vers 40: Mindfulness en meditatie zijn nooit voor niks
“Er is geen verlies of falen op dit pad. Zelfs een klein beetje vooruitgang in spiritueel bewustzijn zal je tegen de grootste angsten beschermen.”
Alles wat je doet aan zielsontwikkeling, gaat niet verloren. Door een dag of een week niet te mediteren, verlies je weliswaar misschien wat concentratievermogen, maar de spirituele vooruitgang die je boekt gaat niet verhloren. Zie het als een soort spaarrekening. Alles wat je opspaart in dit leven, neem je ook weer mee naar je volgende leven. Vandaar dat kinderen al op jonge leeftijd toch heel wijs kunnen zijn.
Hoofdstuk 2 vers 22: Je lichaam is een tijdelijk omhulsel
“Net zoals iemand die nieuwe kleren aantrekt zijn oude opgeeft, zo aanvaardt ook de ziel na elk leven nieuwe materiële lichamen, door de oude en nutteloze op te geven.”
Je hébt een lichaam, maar je bént het niet. Het lichaam is een omhulsel, een tijdelijk voertuig voor de eeuwige ziel. En wanneer dit voertuig niet meer kan functioneren, wordt het vervangen door een nieuw exemplaar.
Hoofdstuk 6 vers 17: Je lichaam is een kostbaar voertuig voor je echte ik
“Zij die te veel of te weinig eten, te veel of te weinig slapen, zullen niet goed kunnen mediteren. Maar zij die gematigd zijn in hun eet- en slaapgewoonten, werk en ontspanning, zullen dankzij meditatie geen materiële zorgen meer hebben.”
In het vorige vers werd besproken dat het lichaam als een stel oude kleren is dat aan het einde van het leven wordt vervangen door nieuwe. Maar dat betekent niet dat we ons lichaam niet goed moeten verzorgen! Wees niet gehecht aan je lichaam, maar waardeer het als een kostbaar geschenk. Het lichaam is ons voortuig naar verlichting, de tempel van God in ons hart, en als we het zo respecteren en onderhouden, zal het juist een hulpmiddel naar verlichting zijn in plaats van een obstakel. Luister naar je lichaam en wat het nodig heeft, en geef het dat ook!
Hoofdstuk 2 vers 14: Wees niet gehecht aan je omstandigheden
“Het afwisselend komen en gaan van geluk en verdriet is als het komen en gaan van zomer en winter. Ze ontstaan door je zintuiglijke waarneming en je moet ze leren verdragen zonder er van slag door te raken.”
Vreugde en verdriet horen allebei bij het leven en zullen zich afwisselen zoals de seizoenen. Na regen komt zonneschijn, en na zonneschijn komt weer regen. Heb hoop dat het weer beter zal gaan als je in een vervelende levensfase zit, maar raak er ook weer niet te gehecht aan wanneer het juist heel goed gaat. Door mindfulness en meditatie te beoefenen, leer je evenwichtig en dankbaar te blijven ongeacht de omstandigheden en lessen te leren in zowel positieve als negatieve situaties.
Hoofdstuk 2, verzen 20 en 27: De dood overkomt iedereen, maar je hoeft er niet bang voor te zijn
“Wie geboren wordt, zal zeker ook weer sterven; en wie is gestorven, zal zeker ook weer geboren worden. Treur daarom niet wanneer je je plicht vervult.”
“Voor de ziel is er geboorte noch dood. Wanneer ze eenmaal is, houdt ze nooit op met zijn. Ze is ongeboren, eeuwig, immer-zijnd, onsterfelijk en oorspronkelijk. Zij sterft niet wanneer het lichaam wordt gedood.”
Memento mori. De dood wacht ons allemaal. Alles wat niet-eeuwig is, zal sterven. Ons lichaam, het ego, onze toebehoren zoals rijkdom, status en relaties, zelfs onze planeet zelf. Het zijn slechts hulpmiddelen om ons uiteindelijke zielsdoel te bereiken. Dit kan beangstigend zijn, maar ook juist helpen om meer van het nu te genieten. Het besef dat we ieder moment dood kunnen gaan, helpt ons beter in het nu te leven, met meer dankbaarheid en liefde voor onze naasten. Ook is het troostend dat de dood slechts een overgangsfase is naar een nieuw leven. Ons echte ik, de ziel, sterft niet, maar doet mee aan de cyclus van leven en dood ze haar lessen heeft geleerd en er klaar voor is deze te overstijgen.
Hoofdstuk 8 vers 66: Geef je over en vertrouw op je innerlijke begeleiding
“Laat alle vormen van religie voor wat ze zijn en geef je gewoon over aan Mij. Ik zal je bevrijden van al je karmische reacties. Wees niet bang.”
Wat er ook gebeurt, in wat voor situatie we ook terecht komen, er is altijd een uitweg. Wanneer we ons overgeven aan God/Het Universum en vertrouwen op deze begeleiding, net zoals Arjuna vertrouwde op de begeleiding van Krishna, dan zullen er nieuwe keuzes en kansen op ons pad verschijnen. Ons levensdoel is niet om te lijden, maar om te leren en spiritueel te groeien.
De Nederlandse vertaling van de Bhagavad Gita is te koop via Yogawinkel Varsana.